Kinderfysiotherapie – 1-3 jaar: Ontdekken en zelfstandig bewegen

De peuterperiode, van 1 tot 3 jaar, is een belangrijke fase in de ontwikkeling van een kind. In deze tijd leren kinderen niet alleen lopen en rennen, maar ook hun coördinatie verbeteren en zelfvertrouwen opbouwen in hun bewegingen. Voor veel kinderen gaat deze motorische ontwikkeling vanzelf, maar voor anderen kunnen er vertragingen of problemen ontstaan. Kinderfysiotherapie kan dan een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen en stimuleren van de motorische ontwikkeling, zodat het kind zich gezond en gelukkig kan ontwikkelen.

De ontwikkeling van motorische vaardigheden

Motorische vaardigheden kunnen grofweg worden verdeeld in twee categorieën: de grove motoriek en de fijne motoriek. De grove motoriek omvat grotere bewegingen van het lichaam, zoals lopen, rennen, springen en klimmen. De fijne motoriek betreft kleinere bewegingen, zoals het vastpakken van voorwerpen, bouwen met blokken of het vasthouden van een lepel. Tijdens de peuterperiode ontwikkelen kinderen beide motorische vaardigheden, en het is van belang dat deze ontwikkeling op een gezonde en evenwichtige manier verloopt.

Rond de leeftijd van 1 jaar beginnen de meeste kinderen te lopen, en tussen de 2 en 3 jaar leren ze steeds meer complexe bewegingen, zoals springen, op één been staan of rennen. Tegelijkertijd ontwikkelen ze hun fijne motoriek door bijvoorbeeld te proberen een potlood vast te houden, een boekje om te slaan of te bouwen met blokken.

Wanneer is kinderfysiotherapie nodig?

Hoewel de meeste kinderen zich in hun motorische ontwikkeling zonder problemen ontwikkelen, kunnen er bij sommige peuters vertragingen of afwijkingen optreden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een kind moeite heeft met het ontwikkelen van de balans, coördinatie of kracht die nodig is om bepaalde motorische vaardigheden aan te leren. Een kinderfysiotherapeut kan helpen bij het identificeren van motorische problemen en richt zich op het verbeteren van de kracht, coördinatie en flexibiliteit van de peuter. De therapie is gericht op speelse en stimulerende oefeningen die passen bij de belevingswereld van het kind, zodat de oefeningen niet alleen effectief zijn, maar ook leuk.

Kinderen van deze leeftijd kunnen bij de kinderfysiotherapeut terecht voor o.a.:

• Aangeboren aandoeningen
• Achterblijvende motorische ontwikkeling (zoals lopen)
• Afwijkend looppatroon
• Angst tijdens lopen, bewegen of spelen
• Asymmetrie in het beweegpatroon
• Veelvoudig vallen of struikelen
• Veranderd beweegpatroon na het herstel van een breuk of kneuzing

Onze kinderfysiotherapeut:

• Kim Ijsebaart

Meer weten?

Neem gerust contact met ons op voor informatie of het maken van een afspraak.