In deze fase ontwikkelen kinderen veel nieuwe vaardigheden, zoals schrijven, knutselen, veters strikken, zwemmen, gooien en vangen. Ze beginnen ook met sporten en ontdekken andere hobby’s. Daarnaast socialiseren ze steeds meer met vriendjes en vriendinnetjes.
- Aangeboren aandoeningen
- Achterblijvende fijne motoriek
- Achterblijvende grove motoriek
- Houdingsproblemen
- Hypermobiliteit
- Onhandig bewegen
- Longproblemen
- Pijnklachten als gevolg van een blessure of de groei
- Problemen tijdens sport- of spelactiviteiten
- Schrijfproblematiek
- Veelvoudig vallen of struikelen
- Verminderde conditie of kracht
- Verminderd zelfvertrouwen tijdens bewegen
Meer informatie